Hitlers partij presenteerde zich als radicaal alternatief voor de pluralistisch-parlementaire republiek, die ogenschijnlijk de economische problemen niet aankon. In die tijd had de nieuwe regering van Relatieve welvaart, relatieve politieke stabiliteit en een relatief goede verhouding met de westerse mogendheden waren kenmerkend voor de jaren 1923 tot en met 1929. Het totaal aantal parlementsleden hing dus af van de stemopkomst. goedkoop en snel te produceren. Ook wilden zij een betere verzorging met levensmiddelen. De rijkskanseliers heetten niet meer Fürst Hohenlohe of Graf Hertling, maar Scheidemann of Wirth. een procent). De grote partijen Zentrum, sociaaldemocraten (SPD) en de twee liberale partijen uit het Keizerrijk bleven bestaan, zij het onder andere namen (de links-liberalen van de FVP werden de DDP, de rechts-liberalen van de Nationaalliberale Partij de DVP). Films werden sinds ongeveer 1918 langer en kregen vanaf 1927 ook geluid. Dit werd versterkt door de rationalisering.Kenmerkend voor de republiek was een groot tekort in de staatskas: in 1926/1927 bijvoorbeeld was er een tekort van 820 miljoen RM of bijna negen procent van de gehele uitgaven. De economische problemen van de middenstand maakten hen ontvankelijk voor nationalistische en antisemitische invloeden.De onderklasse, dus de mensen met weinig inkomen en weinig invloed, vormde ruim de helft van de bevolking. The Weimar Republic was Germany’s government from 1919 to 1933, the period after World War I until the rise of Nazi Germany. Ook in de bloeitijd van de Weimarrepubliek was de werkloosheid groot. Het land moest daardoor schulden aangaan. Al op 11 november 1918 tekende een commissie onder de linkse katholiek In Duitsland werd het verdrag buitengewoon negatief ontvangen. Het rijke culturele leven uit het Keizerrijk zette zich in de republiek voort. Hun wortels hadden antisemitische of linksrevolutionaire gedachten echter al uit de tijd van vóór 1919. [Peukert: Peukert, Detlef, Die Weimarer Republik. Tot deze laatsten behoorde de Ook sommige leden van de oude aristocratische en militaire elites toonden zich radicaal en werkten gedeeltelijk samen met de rechts-radicalen. Brüning heeft de nationaalsocialisten niet consequent bevochten omdat hij in het begin nog aan een coalitie van deze aard had geloofd. De partij was duidelijk rechtser dan het Zentrum, maar nam vanaf 1923/1925 wel aan de rijksregeringen deel. In werkelijkheid werden zijn aanhangers teleurgesteld: Hindenburg bleef persoonlijk zijn voorkeuren voor een monarchie trouw, maar nam zijn eed op de republikeinse grondwet wel zeer ernstig. Doch ihre Kritik verband sie mit Vorschlägen, die in einer Republik durchzusetzen waren – anders als die DNVP, deren Kritik auf tatsächliche Zerschlagung des Staates zielte. Het politiek extremisme van rechts en links kreeg veel aanhang in verband met de gevolgen van de oorlog, zoals het beleven van geweld door een groot deel van de mannelijke bevolking. Een groot deel van de Dit hoge niveau bleef ook aanwezig na de verloren 'Grote Oorlog' en beroemde geleerden bleven in de Weimarrepubliek lesgeven en studeren. In 1932, bij zijn herverkiezing, werd Hindenburg dus ook niet meer door zijn oude aanhangers gesteund. Democratische optimisten vonden dat Hindenburg de conservatieven met de republiek kon verzoenen, de pessimisten zagen in Hindenburg juist een machtig wapen van de conservatieven tegen de republiek, zoals de mensen achter zijn kandidatuur hadden gewild. Tijdens de oorlog was Duitsland economisch geïsoleerd en na de oorlog beschermden vele landen hun eigen economie met hoge toltarieven.